zondag 21 januari 2018

Zelfs dit hebben we overleefd!


El Salvador, een land wat bij de meeste mensen niet op hun bucketlist staat en bij die van ons ook niet. Maar om in Guatemala te geraken moesten we nu eenmaal een keuze maken tussen El Salvador of Honduras (tenzij je gaat vliegen). Honduras zit in een woelige periode want de bevolking is er niet akkoord met de uitslag van de presidentsverkiezingen (zou niet correct verlopen zijn) wat tot veel protesten en wegversperringen kan leiden. Het werd dus El Salvador. Wat weet je van dat land? De doorsneemens niet veel, buiten dat het een 'gevaarlijk' land is? Maar dat hebben we al zo vaak gehoord over meerdere landen. Je moet er zelf naartoe gaan om er over te kunnen oordelen. Maar als je op internet over het land begint te lezen word je er niet vrolijk van. Hier een korte geschiedenis en waarom het de naam 'gevaarlijk' opgeplakt krijgt.
In de jaren zeventig ging het volk, dat al decennialang werd bestuurd door de ene junta na de andere, zich meer en meer roeren. Persoonlijke vrijheden waren een illusie en verkiezingen waren schijnvertoningen. Er ontstond rebellie en in 1979 brak een burgeroorlog uit tussen de junta en marxistische rebellen. Een groep jonge officieren wierp het regime omver met steun van de Verenigde Staten. Er kwam een regeringsjunta, waaraan christendemocraten, sociaaldemocraten en zelfs communisten deelnamen. In 1980 stapte de regering echter wegens scheve machtsverhoudingen op. Een bloedige strijd waarin doodseskaders actief waren brak uit. De Amerikaanse overheid, die al vanaf de jaren zeventig 'een dreiging van het communisme' vanuit Zuid-Amerika ervoer, steunde achter de schermen het militaire bewind van El Salvador. Het leger en de politie kregen training in de Verenigde Staten en werden voorzien van wapens om aan de macht te blijven. De Verenigde Staten hadden wel geleerd van Vietnam om achter de schermen te opereren; officieel bleef de Amerikaanse betrokkenheid beperkt tot advies.
Er vielen in totaal 75.000 slachtoffers, van wie in 1980 wellicht de bekendste: de aartsbisschop Óscar Romero. In 1980 werd de christendemocraat Napoléon Duarte, met hulp van de Verenigde Staten, het hoofd van de nieuwe regering. In november 1989 viel de top van de door jezuïeten gestichte Universiteit van Centraal-Amerika als slachtoffer van de doodseskaders: de paters Ignacio Ellacuria, Segundo Montes, Juan Ramón Moreno, Ignacio Martin Baro, Amando López en Joaquín López y López. Pas na 12 jaar werd in 1992 de vrede getekend.
Maar de rust keerde niet terug in El Salvador. Sinds de jaren 90 kent het land hoge criminaliteitscijfers. Vanaf het midden van de jaren 90 is veel criminaliteit bende-gerelateerd ('gangs'). In de jaren 80 vluchtten veel inwoners van El Salvador naar de Verenigde Staten. Ze raakten er moeilijk aan werk en velen zochten hun heil in bendevorming. Niet alleen om door het plegen van misdrijven aan geld te komen, maar ook om 'ergens bij te horen'. Halverwege de jaren 90 werden duizenden El Salvadoraanse bendeleden door de Verenigde Staten uit het land gezet. Eenmaal terug in El Salvador losten de benden niet op, ze gingen op dezelfde voet verder in El Salvador. In 1996 was San Salvador door bende-activiteiten de gevaarlijkste stad op het westelijk halfrond.
De regering heeft talloze programma's ontwikkeld om de benden een halt toe te roepen en om de jeugd uit de bendecultuur te houden, tot nu toe zonder veel succes. In 2011 bedroeg het aantal moorden per 100.000 inwoners 65, een van de hoogste cijfers in de wereld. In West-Europa bijvoorbeeld, is dat 1-2. Veel moorden zijn bende-gerelateerd. In 2014 zijn er gemiddeld 60 moorden per 100.000 inwoners, ongeveer 13 per dag. Ik weet niet hoe het nu staat met het aantal moorden, het zou in dalende lijn zijn, maar elke dag op de voorpagina van de krant zie je een lijk in nogal expliciete beelden tentoongesteld. Moet ik je vertellen dat we er op onze hoede waren?

San Salvador (hier alle foto's)
Het was al een heel avontuur om er te geraken. In Leon werden we door een taxi opgepikt om half 11. Hij zette ons af langs de grote baan waar de bus passeert van Managua. Je weet dus niet precies hoe laat hij arriveert. Half 3 werd het!  Maar we waren al lang blij dat hij kwam opdagen. Het wachten, daar zijn we ondertussen al goed in getraind. We moesten ook een stukje van Honduras passeren. Zo'n erbarmelijke omstandigheden waar die douaneambtenaren in moesten werken, dat hebben we nog nooit gezien. Het kantoor was niet alleen oud maar ook supervuil. Jaren niet meer gepoetst. Er was heel wat volk voor ons en er waren maar 2 loketten geopend. Opnieuw wachten dus. Maar een iemand kreeg het op zijn heupen en begon tegen de douane te schelden dat ze niet efficiënt werkten en dergelijke. Amai, die ambtenaar kon er niet mee lachen en kwam iedereen eens goed toeschreeuwen dat ze maar met 2 waren en niet sneller konden werken enz. We kregen al schrik dat hij zijn loket zou sluiten, maar gelukkig ging hij terug aan het werk. Na 2u aanschuiven hadden we onze stempel. De omstandigheden aan de grens naar El Salvador waren nog schrijnender. Ondertussen was het al donker maar de electriciteit was er uitgevallen. 1 loket was open en die brave mens zat in kaarslicht (1 kaars in een Coca Cola-fles die bijna opgebrand was) stempels te zetten, zonder enige controle. Het was er ook onwezenlijk vuil maar gelukkig zagen we dat niet zo goed in het donker. Man, man, man, middeleeuwse toestanden. Maar we konden onze tocht naar de hoofdstad San Salvador verderzetten. Om middernacht kwamen we moe aan in ons hotel. Oef!
We hadden nog niet veel informatie over het land dus was het plan om eerst naar een toeristenbureau te gaan. Op het internet had ik het adres gevonden maar het bleek niet in het centrum te liggen, wat al heel raar is voor een toeristeninfo. We besloten om daarom een Ubertaxi te nemen. Nu bleek dat die net zijn eerste rit reed voor Uber en nogal zenuwachtig was. Wat ook niet hielp was het feit dat het een slechte chauffeur was, hij met zijn gsm in zijn hand reed om de weg te vinden en het infobureau zich ook erg goed verstopte. Na lang zoeken en vragen waren we dan toch gearriveerd, maar je moest eerst aanbellen aan een poort vooraleer je binnenkon. Zowat alles is namelijk erg goed beveiligd in de hoofdstad en overal zie je bewakingsmannen met grote geweren staan. Bleek dat het infobureau ons ook niet erg veel kon helpen. Ze deden wel excursies maar het was nog vakantie en dan niet. Niet echt logisch volgens ons maar soit. We hebben er wel een plan van de stad en het land gekregen. Tijdens het rondwandelen in de stad en bij het raadplegen van het plan stopte er een vrouw bij ons met de vraag of ze ons kon helpen. We geraakten aan de praat en ze stelde voor om op zaterdag samen met haar man een uitstap te maken naar een vulkaan net buiten de stad. Ze gaf al haar gegevens en we mochten haar altijd contacteren. Zoiets doen we dus normaal nooit (met een wildvreemde meegaan) maar we hadden echt wel een goed gevoel bij haar dus zijn we er op zaterdagnamiddag samen op uitgetrokken naar de vulkaan El Boqueron. Het bijzondere aan deze vulkaan is dat er zich een vulkaan in de vulkaan bevindt.




Na wat locale drankjes geproefd te hebben aan de ingang van het park zijn we nog gestopt aan Linda Vista gardens, waar je een mooi uitzicht hebt op de hoofdstad, waar er mooie tuinen zijn, een kleine dierentuin, enkele restaurantjes, de mogelijkheid om in een Hobbit woning te logeren en waar er 3 manneke pis te bewonderen zijn! Er is zelfs een boomhut waar je een romantisch diner met je geliefde kan nuttigen. Het is er naar het schijnt DE plek om je vrouw ten huwelijk te vragen!









Op de terugweg zijn we nog gestopt om een lekkere pizza te eten. De uitstap met onze nieuwe vrienden was geslaagd en ons Spaans weer verbeterd! Muchas gracias Isabel y Gino!
Ons hotel lag wat buiten het centrum zodat we steeds een bus moesten nemen. Een hele belevenis op zich maar de mensen waren altijd supervriendelijk en behulpzaam. De buurt van de Kathedraal vonden we niet aangenaam en voelde ik me niet op mijn gemak. Er zijn wel werken bezig en willen de buurt verbeteren maar er is nog heel wat werk nodig vooraleer het zover is. Ik had mijn camera niet mee en durfde er amper mijn gsm boven te halen.



Eén van de mooiste bezienswaardigheden in San Salvador is toch wel de kerk El Rosario. De kerk is ontworpen door beeldhouwer Ruben Martinez. Van buiten lijkt het een lelijke bunker maar binnen is de kerk prachtig! De binnenkant is gemaakt in de vorm van een soort trap met regenboogkleuren die erg mooi uitkomen wanneer het licht naar binnen schijnt.




Suchitoto (hier alle foto's)
We hebben een daguitstap gemaakt naar dit koloniaal dorpje. Met de openbare bus overbrug je de 50 km voor 1 dollar. Het is er gezellig en nodigt zeker uit om er enkele nachten te verblijven. Het ligt vlak aan het meer Suchitlán en je hebt er leuke zaakjes om te eten en te verblijven. We waren er op een zondag en niet alleen. Zelfs de 3 koningen waren komen opdagen!












In het regenseizoen heb je er ook een mooie waterval met basaltzuilen. Wij moesten het stellen met enkel de zuilen. 



Santa Ana (hier alle foto's)
Dit is na San Salvador de grootste stad van het land. We verwachtten er niets van maar we hebben het er toch naar onze zin gehad. We logeerden in Casa Verde, wat vaak vernoemd wordt als beste hostel van Midden Amerika en het zal er zeker niet ver vanaf zijn. Ook zijn er leuke eetgelegenheden en het stadsplein aan de Kathedraal en het Theater waren ook een bezoek waard.











Ook hier was er een Manneke Pis te vinden. Die van het toeristenbureau wist ons te vertellen dat het een schenking van België was tijdens de burgeroorlog, zodat het manneke de bommen kon uitpissen, of iets in die aard. Naar het schijnt heeft het veel levens gered! Duuuuuhhhhhh.



De vulkaan Santa Ana is ook een bezoekje waard. Na een beklimming van 2u bereik je de top waar je een mooi zicht hebt over de krater met het mooie meer en de zwaveldampen. 









Dit dorpje ligt op de 'Ruta de las flores' of de bloemenroute. Het wordt zo genoemd omdat er enkele maanden per jaar veel wilde bloemen langs de kant zouden te zien zijn. Helaas hebben wij meer plastiek dan bloemen gezien... We zijn er met een chickenbus naartoe gereden. Dit is de welbekende schoolbus van in Amerika maar dan 'opgepimpt'. Bij het vertrek zijn er zeker 40 verkopers in de bus gepasseerd met alles wat je je kan inbeelden. Eten, maar ook tandenborstels, sokken,... Je hoeft er niet naar de markt, de markt komt naar jou. 3 paar sokken voor 1 dollar!


Juayua staat ook bekend om zijn eetfestival in het weekend. Ze zijn getest en goed bevonden.




Het was er nog eens extra druk door een of ander feest over 2 weken gespreid. 




Je hebt er ook heel wat watervallen in de buurt. We zijn met 5 anderen van het hotel er samen naartoe gewandeld. Er doen namelijk verhalen de ronde dat er soms iemand staat met een manchette die graag heeft dat je alles aan hem geeft. In groep is die kans minder groot. 



Met de bus hebben we enkele dorpjes op de bloemenroete bezocht. We zijn eerst gestopt bij Ahuachapan. Buiten de Kathedraal niet veel te zien. Gelukkig was er net een soort communieviering met schattig uitgedoste kindjes.





Het mooiste dorpje op de route is Ataco. Je hebt er heel wat muurschilderingen, geen hoog streetart niveau maar ze doen hun best. We hebben er gesmuld van een kaasfondue.


 










En zo zat onze doortocht door El Salvador er alweer op. Wat ons vooral gaat bijblijven is de uiterst vriendelijke bevolking. Door hun slechte naam zijn er niet veel toeristen en kijken ze dan ook soms vreemd op als we passeren, maar steeds op een positieve manier. We werden er echt vrolijk van. 

Zelfs dit hebben we overleefd!

El Salvador, een land wat bij de meeste mensen niet op hun bucketlist staat en bij die van ons ook niet. Maar om in Guatemala te geraken...